Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaap·ten weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegkapen

kaapten (…) weg

  1. meervoud verleden tijd van wegkapen
    • Wij kaapten weg. 
    • Jullie kaapten weg. 
    • Zij kaapten weg. 

Gangbaarheid