kaapten af
- Geluid: kaapten af (hulp, bestand)
- kaap·ten af
vervoeging van |
---|
afkapen |
kaapten (...) af
- meervoud verleden tijd van afkapen
- Wij kaapten af.
- Jullie kaapten af.
- Zij kaapten af.
- Wij kaapten af.
- Het woord 'kaapten af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.