jurisdictie
- Geluid: jurisdictie (hulp, bestand)
- ju·ris·dic·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtsmacht, rechtsgebied’ voor het eerst aangetroffen in 1345 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jurisdictie | jurisdicties |
verkleinwoord |
- rechtspraak, rechtsmacht
- Deze zware misdaad ligt niet onder de jurisdictie van de kantonrechter die alleen maar lichtere vergrijpen mag beoordelen.
- Het woord jurisdictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jurisdictie" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jurisdictie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jurisdictie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be