juncfrouwenhâr
- Samenstelling van juncfrouwe zn "maagd" en hâr zn "haar" met het invoegsel -n-
juncfrouwenhâr, o
- het haar van een ongerepte of ongehuwde jonge vrouw, vrouwenhaar
- o, sterk
- Ein Juncfrouwenhâr zeucht stercker dann zehen Joch Ochsen.
Een vrouwenhaar trekt meer dan zeven paarden (of: honderd paar ossen).
- Duits: Jungfrauenhaar, o, Frauenhaar, o