jeminee
- je·mi·nee
- bastaardvloek, inkorting van Latijn Jesu domine tw "Here Jezus", in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van verbazing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1613 [1]
jeminee
- (krachtterm) uitroep van verbazing of bezorgdheid
- ▸ "Jeminee, ik vind dit zo dom. Overal kramp", zei Schouten 100 meter na de streep.[2]
- Het woord jeminee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jeminee" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jeminee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Laurine Slingerland“Irene Schouten schiet na finish NK wielrennen vol in de kramp: 'Wat een dom idee'” (24 juni 2023) op nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be