• ja·lap
enkelvoud meervoud
naamwoord jalap jalappen
verkleinwoord

de jalapm

  1. laxeermiddel gemaakt van de stengels van de Ipomaea purga  
     Des anderendaags moet men Buikzuiveren, met anderhalf once Aloë van Socotora, anderhalf once oude Theriak, met de wortel van Jalap, en met de Sublimatus dulcis, van elks evenveel.[1]
7 % van de Nederlanders;
8 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    M. Noel Chomel
    “Huishoudelyk woordboek”, DBNL
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be