jachtclub
- jacht·club
- van het Engelse yachtclub [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachtclub | jachtclubs |
verkleinwoord |
- vereniging van liefhebbers van de zeilsport
- De afgelopen jaren bracht hij ook maanden door op het vervuilde water van Rio, samen met McIntosh en zijn Nederlandse trainingsmaat Kiran Badloe. Vanuit een eigen basis bij de jachtclub brachten ze elk detail, van de stromingen en de wind tot de invloeden van de heuvels rondom de baai, zo nauwkeurig mogelijk in kaart. [2]
- Het woord jachtclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jachtclub" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Rob Schoof 14 augustus 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be