jaarabonnement
- jaar·abon·ne·ment
- samenstelling van jaar en abonnement
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarabonnement | jaarabonnementen |
verkleinwoord | jaarabonnementje | jaarabonnementjes |
het jaarabonnement o
- abonnement met een loopduur van 1 jaar
- Hij had een jaarabonnement bij de bibliotheek.
- ▸ Er zijn meer dan 2.000 berghutten in het hele land waar je voor een jaarabonnement van 70 euro in kunt overnachten.[1]
- Het woord jaarabonnement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers