inzwarte
- in·zwar·te
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inzwart met de uitgang -e
inzwarte
- verbogen vorm van de stellende trap van inzwart
- Als dan opeens zelfs de opgewonden kettinghonden in de inzwarte nacht koest houden hoor je het kraken van de plinten en het knarsen van de gebinten tegen de zoldering, Floor. [1]
- Het woord 'inzwarte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Gommers, L.Het uurwerk van Floor. 2e druk (1997) De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 9023436318; p. 101; geraadpleegd 2015-07-28