inwitte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·wit·te
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inwit met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
inwitte
- verbogen vorm van de stellende trap van inwit
- Hadewych spreidde haar plompe, inwitte benen die vol putjes en adertjes zaten; (...) [1]
Verwijzingen
- ↑ Schouten, R."Rome-Spa" in: Maatstaf. jrg. 34 nr. 7 (juli 1986) Arbeiderspers, Amsterdam; p. 55; geraadpleegd 2015-07-25