invoeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·voe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van invoelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invoeling | invoelingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het invoelen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'invoeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.