internetfiets
- in·ter·net·fiets
- samenstelling van internet zn en fiets zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetfiets | internetfietsen |
verkleinwoord |
- fiets die men kiest en koopt via een internetwinkel
- fiets met een internetverbinding
- Het woord internetfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.