inluiden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·lui·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in bw en luiden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inluiden |
luidde in |
ingeluid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
inluiden
- overgankelijk letterlijk: met klokgelui verwelkomen
- In sommige plaatsen zoals Siddeburen wordt het nieuwe jaar nog altijd ingeluid; de traditie heet kloksmeer en het luiden hoort enige uren zonder haperen te geschieden.
- overgankelijk overdrachtelijk: het begin ergens van markeren
- Die gebeurtenis luidde een bloeiperiode in.
- ▸ Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[1]
Gangbaarheid
- Het woord inluiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inluiden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be