Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·lui·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inluiden
luidde in
ingeluid
zwak -d volledig

Werkwoord

inluiden

  1. overgankelijk letterlijk: met klokgelui verwelkomen
    • In sommige plaatsen zoals Siddeburen wordt het nieuwe jaar nog altijd ingeluid; de traditie heet kloksmeer en het luiden hoort enige uren zonder haperen te geschieden. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk: het begin ergens van markeren
    • Die gebeurtenis luidde een bloeiperiode in. 
     Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be