inlelijke
- in·le·lij·ke
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inlelijk met de uitgang -e
inlelijke
- verbogen vorm van de stellende trap van inlelijk
- Van zn, 'n etc. geldt hetzelfde — alles nog afgezien van het inlelijke, al die geapostropheerde woorden. [1]
- Het woord inlelijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "Wij ontvingen. Hou en Trou' " in: Amigoe di Curacao : weekblad voor de Curacaosche eilanden jrg. 58 nr. 3232 (12 februari 1941); p. 3 kol. 4; geraadpleegd 2015-07-25