inklimmen
- in·klim·men
- samenstelling van in bw en klimmen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inklimmen |
klom in |
ingeklommen |
klasse 3 | volledig |
- samenstelling van in en klimmen
inklimmen
- ergatief klauterend betreden
- Zij waren uit angst een boom ingeklommen.
- ▸ Rattlesnake klom de steile kloof in om onder aan de waterval te badderen.[1]
- Het woord 'inklimmen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inklimmen" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be