Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·hul·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inhuldigen
huldigde in
ingehuldigd
zwak -d volledig

Werkwoord

inhuldigen

  1. overgankelijk hulde brengen ter gelegenheid van iemands installatie in een bepaalde functie of titel
    • De koningin werd in Amsterdam ingehuldigd. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be