• in·ge·bon·den
vervoeging van: inbinden…
verbogen vorm: ingebondene

ingebonden

  1. voltooid deelwoord van inbinden
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be