Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·fraaie
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

infraaie

  1. verbogen vorm van de stellende trap van infraai
    • Ondertussen was de zaak van vader op zoon Jules overgegaan, die met een infraaie Oostenrijkse vrouw getrouwd was, (...) [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen