indemniteit
- Geluid: indemniteit (hulp, bestand)
- in·dem·ni·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schadevergoeding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1570 [1]
- afgeleid van indemne met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | indemniteit | indemniteiten |
verkleinwoord | - | - |
- schadevergoeding
- bekrachtiging achteraf van een handeling waartoe men niet gemachtigd was
1.
- Het woord indemniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "indemniteit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ indemniteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).