inciucio
- IPA: /in.ˈtʃuː.tʃo/
- in·ciu·cio
- De gestandaardiseerde vorm van de Napolitaanse uitdrukking 'nciucio ("geroddel, kuiperij"). Dit is een klanknabootsing van een fluisterend geluid (ciu-ciu).[1]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
inciucio | inciuci |
inciucio m
- (politiek), (journalistiek) kuiperij, intrige
- (politiek), (journalistiek) een heimelijk akkoord tussen politici van verschillende strekkingen, met als enige doel postjes te verdelen
- «E l’unità nazionale? “Presuppone una cultura politica ormai uscita dal nostro orizzonte. Da anni, se maggioranza e opposizione collaborano, si parla di ‘inciucio’”, dice Campi.[2]»
- En de nationale eenheid? "Zij veronderstelt een politieke cultuur die intussen verdwenen is van onze horizon. Sinds jaren spreekt men, als meerderheid en oppositie samenwerken, van een ‘intrige’”, zegt Campi.
- «E l’unità nazionale? “Presuppone una cultura politica ormai uscita dal nostro orizzonte. Da anni, se maggioranza e opposizione collaborano, si parla di ‘inciucio’”, dice Campi.[2]»
- ↑ Vocabolario Treccani
- ↑ Giuliano Ferrara, 'Dietro l'angolo del Cav.', Il Foglio (17 september 2011).