inbedroefde
- Geluid: inbedroefde (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪɱbədrufdə/
- in·be·droef·de
- afleiding van het versterkte bijvoeglijk naamwoord inbedroefd met de uitgang -e
inbedroefde
- verbogen vorm van de stellende trap van inbedroefd
- Hij schudde zijn hoofd en keek langs mij heen met diepe, donkere inbedroefde ogen. [1]
- Het woord inbedroefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Brok, H.M."De kerstkrans" in: De Telegraaf jrg. 90 nr. 29845 (17 december 1983); p. 96 kol. 5;geraadpleegd 2015-07-24