ic-bed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ic-bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ic-bed | ic-bedden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ic-bed o
- (medisch) een bed op de intensive care van een ziekenhuis
- Door de epidemie was er nog maar één ic-bed beschikbaar.