Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • i back·spe·geln
Woordherkomst en -opbouw
  • Frase van het Zweedse voorzetsel i en de Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm backspegeln (bepaalde vorm, gemeenschappelijk geslacht, enkelvoud van backspegel)

Bijwoord

i backspegeln

  1. (figuurlijk) achteraf gezien, terugblikkend
Synoniemen