huurde af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huur·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afhuren |
huurde af
- enkelvoud verleden tijd van afhuren
- Ik huurde af.
- Jij huurde af.
- Hij, zij, het huurde af.
- Ik huurde af.
Gangbaarheid
- Het woord huurde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.