de huds v
- (verouderd) versleten lap, vod Arch. (1811)
- Die heel wel maken als zij in de hudsen zijn.[1].
- ↑
Weiland, P.
Nederduitsch taalkundig woordenboek. (1807-1811)
huds
- genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud
huds
- genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud
huds
- genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van hud