Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hou boek
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
boekhouden

hou boek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
    • Ik hou boek. 
  2. gebiedende wijs van boekhouden
    • Hou boek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
    • Hou je boek? 

Gangbaarheid