Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hos·pi·taal·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hospitaalschip hospitaalschepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hospitaalschipo

  1. (medisch) een schip dat is ingericht als ziekenhuis
    • Het hospitaalschip kon ter plaatse van de hoogste nood ingezet worden. 

Meer informatie