hooihoopjes
- Geluid: hooihoopjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhojhopjəs / (3 lettergrepen)
- hooi·hoop·jes
- hooihoopje met uitgang -s
de hooihoopjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hooihoop
- ▸ Als we één van de laatste hooihoopjes opladen, stuiven er tientallen veldmuizen onder vandaan.[1]
- Het woord 'hooihoopjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Elias Mutor“Herinneringen aan de vooruitgang”, ebook, Novum Publishing, Amsterdam, ISBN 9783990643105, hfst. 7