honnigs
- hon·nigs
- honnig met de uitgang -s
honnigs
- partitief van de stellende trap van honnig
- Het woord 'honnigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Brieven van een Haagsch meisje. in: De Hollandsche Lelie., jrg. 17 nr. 44 (27 april 1904), L.J. Veen, Amsterdam, p. 731