honderdzesennegentigjarige

  • hon·derd·zes·en·ne·gen·tig·ja·ri·ge

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

honderdzesennegentigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzesennegentigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzesennegentigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzesennegentigjarige honderdzesennegentigjarigen
verkleinwoord

de honderdzesennegentigjarigev / m

  1. levend wezen dat 196 jaar oud is of iets dat 196 jaar bestaat
    • De honderdzesennegentigjarige is voor een schildpad nog heel actief.