honderdachtenzeventigjarige

  • hon·derd·acht·en·ze·ven·tig·ja·ri·ge

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

honderdachtenzeventigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdachtenzeventigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdachtenzeventigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdachtenzeventigjarige honderdachtenzeventigjarigen
verkleinwoord

de honderdachtenzeventigjarigev / m

  1. levend wezen dat 178 jaar oud is of iets dat 178 jaar bestaat
    • De honderdachtenzeventigjarige is voor een schildpad nog heel actief.