Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·ge·blaf
enkelvoud meervoud
naamwoord hondengeblaf -
verkleinwoord - -
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het hondengeblafo

  1. het geblaf van een hond

Gangbaarheid

Verwijzingen