Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord holandský met het achtervoegsel -y

Bijwoord

holandsky

  1. (demoniem) Nederlands; met betrekking tot het land Nederland
  2. (demoniem) (op z'n) Nederlands; met betrekking tot het volk de Nederlanders
  3. (taal) (in het) Nederlands; met betrekking tot de taal het Nederlands
Synoniemen
  1. holandčina v
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦɔlantskɪ/
Woordafbreking
  • ho·land·sky
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord holandský met het achtervoegsel -y

Bijwoord

holandsky

  1. Hollands
    1. (demoniem) Hollands; met betrekking tot de Nederlandse provincies Noord- en Zuid-Holland
    2. (taal) (in het) Hollands; met betrekking tot de dialecten voornamelijk gesproken in de de bovengenoemde provincies
  2. (spreektaal) Nederlands
    1. (demoniem) Nederlands, Hollands; met betrekking tot het land Nederland
    2. (demoniem) (op z'n) Nederlands / Hollands; met betrekking tot het volk de Nederlanders
    3. (taal) (in het) Nederlands / Hollands; met betrekking tot de taal het Nederlands
Synoniemen
    1. holandština v
  1. nizozemsky (bw.)
    1. po nizozemsku, (spreektaal) po holandsku
    2. nizozemština v, (spreektaal) holandština v
Verwante begrippen

Verwijzingen