Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hok·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ophokken

hokte (…) op

  1. enkelvoud verleden tijd van ophokken
    • Ik hokte op. 
    • Jij hokte op. 
    • Hij, zij, het hokte op. 

Gangbaarheid