hokje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hok·je
Zelfstandig naamwoord
het hokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hok
Hyponiemen
- badhokje, bushokje, kleedhokje, pashokje, portiershokje, souffleurshokje, stemhokje, tramhokje, wachthokje
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hokje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be