• hjer·te·lig
  • Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord hjartaligr met het achtervoegsel -lig
Naar frequentie 7979
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud hjertelig hjerteligere hjerteligst
o enkelvoud hjertelig
meervoud hjertelige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
hjertelige hjerteligere hjerteligste

hjertelig

  1. hartelijk

hjertelig

  1. hartelijk