• har·te·lijk
  • Afleiding van hart met het achtervoegsel -lijk en met het invoegsel -e-.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hartelijk hartelijker hartelijkst
verbogen hartelijke hartelijkere hartelijkste
partitief hartelijks hartelijkers -

hartelijk

  1. (van personen) aardig, gastvrij en spontaan
    • Wat een hartelijke man bent u toch! 
  2. (van uitingen) eerlijk, oprecht
    • Ik wil daarvoor mijn hartelijke dank tonen. 
  1. met veel geestdrift, met veel vriendelijkheid
     ‘We zijn er.’ Jack parkeerde de auto naast de grensmuur. Ik trok mijn rugzak uit de achterbak en bedankte hem hartelijk voor zijn hulp.[1]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be