hartelijk
- har·te·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hartelijk | hartelijker | hartelijkst |
verbogen | hartelijke | hartelijkere | hartelijkste |
partitief | hartelijks | hartelijkers | - |
hartelijk
- (van personen) aardig, gastvrij en spontaan
- Wat een hartelijke man bent u toch!
- (van uitingen) eerlijk, oprecht
- Ik wil daarvoor mijn hartelijke dank tonen.
- met veel geestdrift, met veel vriendelijkheid
- ▸ ‘We zijn er.’ Jack parkeerde de auto naast de grensmuur. Ik trok mijn rugzak uit de achterbak en bedankte hem hartelijk voor zijn hulp.[1]
- Het woord hartelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hartelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be