stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hec havia hagut
2e vervoeging volledig onregelmatig

heure

  1. krijgen, verkrijgen


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  heure     l'heure     heures     les heures  

heure v

  1. (tijdrekening) uur