heruitgezonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·uit·ge·zon·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van heruitzenden: voltooid deelwoord
Werkwoord
vervoeging van: | heruitzenden… |
verbogen vorm: | heruitgezondene |
heruitgezonden
- voltooid deelwoord van heruitzenden