heruitbreng
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heruitbreng (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·uit·breng
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heruitbrengen |
heruitbreng
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitbrengen
- ... dat ik heruitbreng.
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heruitbreng | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de heruitbreng m
- het opnieuw uitbrengen
Gangbaarheid
- Het woord heruitbreng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.