herlopen
- her·lo·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herlopen |
herliep |
herlopen |
klasse 7 | volledig |
herlopen
- opnieuw lopend afleggen
- Het woord herlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.