• her·lan·ce·ren

herlanceren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herlanceren
herlanceerde
geherlanceerd
zwak -d volledig
  1. opnieuw afschieten van een raket
     Hummel denkt wel dat reizen per raket uiteindelijk mogelijk is. "SpaceX heeft al laten zien dat het met precisie raketten kan laten landen en ook weer kan herlanceren."[1]
  2. (figuurlijk) opnieuw met grote kracht opstarten
     Vandaag de dag zijn de berichten erover tegenstrijdig, en dat voedt de onzekerheid over nieuwe opflakkeringen van het virus en nieuwe lockdowns. ,,Een massale opschaling van de testen zal niet alleen helpen om de economie te herlanceren, het zal ook het risico beperken op een terugkeer van de epidemie", concluderen de profs van de ULB. Aan de regering-Wilmès om die boodschap ter harte te nemen.[2]
     Michel en Poetin spraken elkaar donderdag telefonisch. „De presidenten zijn hoopvol dat alle partijen een staakt-het-vuren overeen zullen komen en het politieke proces herlanceren”, staat in een verklaring.[3]
  3. opnieuw publiceren of bekend maken
  1.   Weblink bron
    Rachid Bouazzaoui
    “Met een raket op vakantie? 'Misschien in 2025'” (29-09-2017), NOS
  2.   Weblink bron “Experts hebben oplossing om economie te redden: Test wie immuun is voor virus” (28 mrt. 2020), Tubantia
  3.   Weblink bron “Poetin ook naar conferentie over conflicten in Libië” (17 januari 2020), Reformatorisch Dagblad