Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·in·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herindeling herindelingen
verkleinwoord herindelinkje herindelinkjes

Zelfstandig naamwoord

de herindelingv

  1. een andere indeling
    • Er werd een herindeling van de klas gemaakt door de lerares. 

Gangbaarheid