• her·eva·lu·e·ren

herevalueren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herevalueren
herevalueerde
geherevalueerd
zwak -d volledig
  1. opnieuw beoordelen
     Morgen komt de noodcommissie van de WHO samen om te herevalueren of er inmiddels sprake is van een internationale noodsituatie.[1]
     De beslissing van de OPEC+-landen om de olieproductie te verlagen, zet de relaties tussen de VS en Saoedi-Arabië opnieuw onder druk. De VS is bereid om de betrekkingen met zijn traditionele bondgenoot te ‘herevalueren’, zo meldt het Witte Huis dinsdag.[2]
  1.   Weblink bron “Toch minder KLM-vluchten naar China, vijfde besmetting in Frankrijk” (Woensdag 29 januari 2020, 22:16), NOS
  2.   Weblink bron “Biden wil relatie met bondgenoot Saoedi-Arabië ‘herevalueren’ na productieverlaging OPEC+” (Woensdag 29 januari 2020, 22:16), Tubantia