Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·be·ves·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

herbevestigen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herbevestigen
herbevestigde
herbevestigd
zwak -d volledig
  1. opnieuw instemmen met iets
     Telkens moet de president herbevestigen dat Iran aan de voorwaarden voldoet. In januari zei Trump dat hij voor het laatst zijn handtekening onder de deal zette. Hij wil dat het akkoord grondig wordt aangepast. Het Amerikaanse Congres is diep verdeeld over de kwestie.[1]
     Het is vandaag 60 jaar geleden dat het Afrikaanse land onafhankelijk werd van België. "Deze verjaardag is een uitstekende gelegenheid om onze vriendschappelijke banden te herbevestigen", schrijft de Belgische koning. Volgens hem is het daarvoor nodig om "in alle openheid en sereniteit" over de gezamenlijke geschiedenis te praten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Na Merkel en Macron probeert Johnson Trump te overtuigen van Iran-deal” (07-05-2018), NOS
  2.   Weblink bron “Belgische koning Filip: 'Diepste spijt voor gruweldaden in Congo'” (30-06-2020), NOS