• her·as·fal·te·ren

herasfalteren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herasfalteren
herasfalteerde
geherasfalteerd
zwak -d volledig
  1. opnieuw een asfaltlaag aanbrengen op een weg
     Verder is er 59 miljoen euro voor het herasfalteren van 136 kilometer snelweg, waaronder de A12 Gouda-Woerden, en voor het groot onderhoud van onder meer de brug Keizersveer in de A27 en de Galecopperbrug in de A12.[1]
     Bijna vijf jaar na de oplevering van de bruggen moeten vriend en vijand toegeven dat deze Suriname in economisch opzicht een duwtje in de goede richting hebben gegeven. Ook haalde hij een Chinese aannemer binnen om het verwaarloosde wegennet te herasfalteren, een project dat door de huidige regering is overgenomen.[2]
  1.   Weblink bron “Klussen aan wegen en kanalen in dit jaar” (13 januari 2004), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Wijdenbosch wil kerncentrale bouwen” (4 oktober 2004), Reformatorisch Dagblad