• helpt voor·uit
vervoeging van
vooruithelpen

helpt (...) vooruit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen
    • Jij helpt vooruit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen
    • Hij helpt vooruit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruithelpen
    • Helpt vooruit!