• helpt af
vervoeging van
afhelpen

helpt af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhelpen
    • Jij helpt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhelpen
    • Hij helpt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhelpen
    • Helpt af!