help af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- help af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afhelpen |
help af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhelpen
- Ik help af.
- gebiedende wijs van afhelpen
- Help af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhelpen
- Help je af?
Gangbaarheid
- Het woord help af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.