helikopterongeluk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·li·kop·ter·on·ge·luk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord helikopterongeluk helikopterongelukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het helikopterongeluko

  1. ongeluk waarbij een hefschroefvliegtuig is betrokken
     De Nederlandse blauwhelmen zijn vier jaar actief geweest in Mali. Over het succes van hun werk zijn de meningen verdeeld. In totaal kwamen er vier militairen om het leven, maar niet door gevechtshandelingen: twee militairen stierven bij een helikopterongeluk en twee door een ongeluk met een ondeugdelijke mortier.[1]
     Leicester City was een week lang in diepe rouw na de dramatische dood van clubeigenaar Vichai Srivaddhanaprabha. De Thaise miljardair stierf bij een helikopterongeluk net buiten het stadion. Vanmiddag komt Leicester City voor het eerst weer in actie in de Premier League.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederlandse missie in Mali stopt” (Dinsdag 12 juni 2018, 17:18), NOS
  2.   Weblink bron “Leicester City voor het eerst weer in actie na een week van rouw” (Zaterdag 3 november 2018, 09:45), NOS